In Openbaring 1,9 noemt Johannes
als plaats van zijn visioen Patmos, een eiland ongeveer 60 km ten zuidwesten
van Efeze, in de Egeïsche zee. Patmos was geen groot eiland, ongeveer 16 bij 10 km, maar wel bewoond. Ook was
er een garnizoen gelegerd. De
combinatie van verdrukking (
qli/yei) en
‘om het woord Gods en het getuigenis van Jezus’, duidt het meest waarschijnlijk
op een verbanning naar het eiland.
Er wordt niet
gezegd dat Johannes het boek ook daadwerkelijk op Patmos geschreven heeft. Toch
is dat wel waarschijnlijk. Als de verbanningstheorie klopt, dan is Johannes pas
vrijgelaten nadat Domitianus gedood was en is hij meerdere jaren op Patmos
geweest. Ook
is zijn verbanning het meest aannemelijke motief om zijn Openbaring in
brief-vorm te publiceren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten