Inhoud

Openbaring 7:1-8 – Het zegel en de verzegelden

Wie kan bestaan?
“Want nu is de grote dag van de toorn aangebroken, en wie kan die doorstaan?” Dat is de bange vraag waar Openbaring 6 mee eindigt. De toorn van God is op een indringende manier getekend. En alle mensen, van hoog tot laag, zijn doodsbang. De vraag die de mensen stellen lijkt op het eerste gezicht retorisch: “wie kan de toorn doorstaan? Antwoord: Niemand…” Maar dat is niet waar! Het is geen retorische vraag. Want er komt een antwoord. Openbaring 7 neemt ons mee terug naar de tijd vóórdat het oordeel losbarst en laat zien welke mensen wél veilig zijn voor het oordeel. Openbaring 7 geeft daarop een dubbel antwoord.

  • 1-8. De gelovigen op aarde, die een beschermend zegel krijgen. 
  • 9-17. De gelovigen in de hemel, die in witte kleding voor de troon staan. 
Stilte voor de storm (7:1)
Vier engelen houden de vier winden van de aarde in bedwang. De wind staat op het punt om in orkaankracht los te barsten. Maar de engelen houden de winden stevig vast. De zee is spiegelglad en de bladeren aan de bomen bewegen niet. Het is compleet windstil. De stilte voor de storm. De oordelen van God die straks zee, land en bomen zullen treffen (8:7-9) worden tegengehouden.

Wat is de betekenis van de vier winden?
In het Oude Testament staan de vier winden meestal voor vernietigende machten. In Jeremia 49:36 verstrooien de vier winden het volk van Elam in alle windrichtingen en in Daniël 7:2 roepen de vier winden de vier afschrikwekkende dieren uit de zee tevoorschijn. De vier winden staan dus voor vernietiging. En in dit geval voor Gods vernietigende oordeel. Het hele beeld moet niet letterlijk genomen worden. Als het oordeel in de volgende hoofdstukken losbarst wordt er ook niet meer over de vier winden gesproken. Dit hele beeld is een manier van spreken om over het inhouden van Gods oordeel te spreken.

Het zegel (7:2-3)
In onze wereld zetten we op allerlei documenten onze handtekening: “dit is van mij”. In de wereld van de Bijbel werd een zegel gebruikt om voorwerpen, dieren en slaven als je eigendom aan te merken: “deze is van mij”. En de Bijbel zelf gebruikt het beeld van het zegel om mensen aan te merken als Gods eigendom: “deze is van mij”. Wat hier in Openbaring 7 beschreven wordt, wordt heel kort samengevat voor Paulus in Efeze 1:13-14 (vgl. 4:30).
In Christus bent u, door uw geloof, gemerkt met het zegel van de heilige Geest, die ons beloofd is als voorschot op onze erfenis, opdat allen die hij zich heeft verworven, verlost zullen worden.


In die wereld zette een koper een zegel op de koopwaar die hij aangeschaft had, om daarmee aan te geven dat de koopwaar van eigenaar was veranderd. De heilige Geest is volgens Paulus het stempel dat op de gelovigen is gedrukt. Ook al is Gods nieuwe wereld nog niet begonnen, degenen die bij God horen zijn alvast gemarkeerd én zij zúllen de verlossing bereiken. Dat is door dit zegel gegarandeerd!

De Naam
Terug naar Openbaring 7. De mensen die verzegeld worden, krijgen dat zegel op hun voorhoofd. Die plek duidt op de nauwe band en loyaliteit die er is tussen de verzegelden en degene van Wie het zegel is. De verzegelden worden ‘dienaren’ genoemd, slaven. Ook al een woord waarin het eigendom-zijn nadrukkelijk doorklinkt. Het element van het eigendom-zijn komt ook in Openbaring 14 naar voren. In Openbaring 14:1 wordt gesproken over de 144.000 mensen die de Naam van het Lam en zijn Vader op hun voorhoofd hebben. Hun eigendom, want getekend met Hun Naam. En in 14:3 worden ze ook nog eens de vrijgekochten genoemd: er is voor hen betaald, daarom zijn ze Zijn eigendom (vgl. 5:9).

Hier zitten we midden in de ongelooflijke rijkdom van het evangelie. De onuitsprekelijke NAAM, Jahweh, gestempeld op het voorhoofd van mensenkinderen. Want de naam van het Lam en Zijn Vader is dezelfde naam. Het gaat om de nieuwe, nu nog onbekende, naam van Jezus (3:12 en 19:12), die in de grote toekomst op iedere dienaar van God zal staan (22:4). Opvallend in die laatste tekst is dat er niet meer over de namen in het meervoud wordt gesproken, maar in het enkelvoud. De nieuwe naam van Jezus zal dezelfde zijn als de NAAM van de eeuwige God. En mensen dragen die NAAM, voor altijd…

Bewaring voor het oordeel
Werden de gelovigen bij het vijfde zegel (6:9-11) getekend door verdrukking op aarde, hier worden ze getekend als beschermden op aarde. Want dat is toch wel het doel van het zegel dat ze krijgen: bescherming voor het oordeel van God.

Het makkelijkst is om de parallel met het volk van Israël in Egypte te trekken. Israël werd verdrukt door de Farao, Israël riep tot God, God strafte Egypte, maar Israël werd voor Gods straffen gespaard. Uiteindelijk bij de laatste straf zelfs nadrukkelijk door middel van een teken: het bloed aan de deurpost waardoor de verderfengel voorbij gaat aan de huizen van Israël.

Datzelfde gebeurt hier: Gods volk wordt verdrukt, ze roepen tot God, God straft de verdrukkers, maar Gods volk wordt door middel van een herkenningsteken gespaard (zie 9:4!!!).

De 144.000 (7:4-8)
Het zegel met de naam van God duidt op het eigendom-zijn van God. Als we het Nieuwe Testament lezen dan geldt dat voor alle gelovigen van alle tijden (Efeze 1:13). In Openbaring 3:12 wordt beloofd dat iedere gelovige de naam van God zal krijgen en in Openbaring 22:4 zien we dat waargemaakt. In Openbaring 7:3 worden de verzegelden ‘dienaren’ genoemd. Een woord verder in Openbaring voor alle gelovigen gebruikt wordt (2:20; 19:5 en 22:3).

Uit dit alles maak ik op dat dit zegel voor alle gelovigen zonder onderscheid geldt. En dat heeft gevolgen voor de manier waarop ik tegen het aantal van 144.000 aankijk. Ik zie dat als een symbolisch getal om de volheid van alle gelovigen mee uit te drukken. En ik heb daar een goede reden voor. Dit getal komt namelijk voor in de tekening van het Nieuwe Jeruzalem. Dat nieuwe Jeruzalem wordt gekenmerkt door het getal 12.

-          De stad is 12.000 stadie breed, lang en hoog (kubus).
-          De stad heeft 12 poorten, met op de poorten de namen van de twaalf stammen van Israël.
-          De stad heeft 12 fundamenten, met daarop de namen van de twaalf apostelen van het Lam.
-          De stadsmuur is 144 el (12x12) dik.

Heel Gods toekomstige koninkrijk wordt dus beschreven met het getal 12 en 122 (144).
Het getal 144 krijg je als je de 12 stammen van Israël vermenigvuldigt met de 12 apostelen. Het is het getal van het complete volk van God. In Openbaring 7:4 wordt het dan nog eens vermenigvuldigd met 1000 (10x10x10) om zo een suggestie van volheid op te wekken.

De 144.000 is dus de volheid van alle gelovigen die verzegeld zijn om in het nieuwe Jeruzalem te mogen wonen (vgl. 14:1-5).

Allemaal Joden?
De 144.000 worden verder aangeduid als afkomstig uit alle stammen van Israël. Uit elke stam precies 12.000. Alle stammen even groot. De rivaliteit die de stammen in het Oude Testament altijd kenmerkte, heeft plaatsgemaakt voor harmonie. Als in een militaire telling worden de stammen en hun aantallen opgesomd (vgl. Numeri 1 en 26).

Als je het zo op het eerste gezicht leest dan lijkt het alsof er alleen Joden verzegeld worden. Maar in dat geval kom je opnieuw in de knoei met het gegeven dat in het nieuwe Jeruzalem al Gods dienaren Gods naam dragen (3:12 en 22:4). Daarom denk ik dat je het anders moet lezen:

In Oudtestamentische tijden is God begonnen zijn volk te bouwen uit de 12 stammen van Israël. Sinds de komst van Jezus en de uitstorting van de Geest worden er echter heel veel mensen uit alle volken in Israël ingelijfd (Romeinen 11:17). Zij gaan deel uitmaken van het ene volk van God. Daarmee groeit het volk uit tot een mensenmassa die afkomstig is uit alle naties (Opb. 5:9 en 7:9!). Maar die mensenmassa (de wereldwijde kerk) mag haar afkomst nooit vergeten. God begon in het OT met Israël, en ook in het NT ontstaat de kerk binnen het joodse volk. Als ingelijfden in Israel hebben gelovigen uit de heidenen zich bescheiden op te stellen (Rom. 11:18). Deze tekst laat dus vooral zien dat dat Gods complete gemeente voortbouwt op het oude Israël.

En tot slot: Het zou ook moeilijk te begrijpen zijn als God slechts een select gezelschap uit zijn gelovigen beschermt tegen zijn oordelen die gaan komen… Zo kennen we God niet.

“Ik keek in de spiegel en zag geen zegel!”
Als waar is wat ik hier boven schreef, namelijk dat het verzegeld zijn iets is dat voor alle gelovigen geldt, dan blijft er nog een vraag over. De vraag: “Ik keek in de spiegel en zag geen zegel”. Hiermee raken we opnieuw aan het vraagstuk van hoe letterlijk je de beelden uit Openbaring nou moet nemen.
‘Het zegel duidt op het eigendom-zijn van God’, schreef ik hierboven. Daarmee geloof ik dus niet dat de gelovigen op enig moment een werkelijk zichtbaar zegel zullen krijgen. Het is een manier van spreken.

Het eenvoudigst is opnieuw om een parallel te trekken met een tekst uit het Oude Testament waar Openbaring 7 erg op lijkt.

Ezechiël 9
In Ezechiël 9 heeft de profeet Ezechiël een visionaire ervaring. Hij ziet zes gewapende mannen naar Jeruzalem komen, die daar iedereen moeten doden. Mannen, vrouwen en kinderen, iedereen moet gedood worden. Want God gaat de stad straffen.

Er is echter ook een ongewapende man bij, met een schrijverskoker. Die krijgt van God de volgende opdracht:   
        
Maak een ronde door Jeruzalem en zet een merkteken op het voorhoofd van iedereen die jammert en klaagt om de gruwelijke dingen die in deze stad gebeuren. (Ezechiel 9:4).

De zes mannen moeten vervolgens iedereen doden, behalve degenen die het merkteken hebben gekregen.

Ezechiël 9 is een tekening van de ondergang van Jeruzalem. Dit visioen is vervuld, Jeruzalem is in 586 voor Christus verwoest, terwijl de rechtvaardigen (bijv. Jeremia) gespaard werden. Maar dit visioen is niet letterlijk vervuld. Jeruzalem is niet ingenomen door zes mannen, maar door een heel leger. En de rechtvaardigen hadden geen letterlijk merkteken aan hun voorhoofd.

Het merkteken bestaat alleen in het visioen, niet in de realiteit. Het doel van het merkteken in het visioen is om duidelijk te maken dat God de rechtvaardigen in zijn oordeel voorbij gaat. Maar er is geen reden om Ezechiël 9 als voorspelling van een letterlijk merkteken te zien. En zo is het dus ook niet nodig om Openbaring 7 als de voorspelling van een letterlijk zegel te zien.

Onthulling
Bínnen het visioen is het zegel letterlijk. Johannes heeft het gezien. Maar wat in het visioen letterlijk is, hoeft er in de uitwerking niet letterlijk zo uit te zien. Net zomin als er werkelijk vier engelen op de vier hoeken van de aarde staan en de wind vasthouden...

Openbaring (apocalyps) betekent zoiets als ‘onthulling’, en het doel van Openbaring is om gelovigen op een andere manier naar de werkelijkheid te laten kijken. En Johannes krijgt in deze visioenen het gereedschap aangereikt om op een andere manier naar de werkelijkheid te kijken. Niet vanuit ons beperkte perspectief, maar vanuit Gods perspectief. Daarom ontvangt Johannes zijn visioenen ook in de hemel (vgl. 4:1).


Wat het beeld van de verzegeling vooral wil communiceren is dat het verdrukte volk van God op een bepaalde manier heel veilig is. Zo zullen ze het zelf lang niet altijd ervaren. Ze worden vervolgd en sommigen sterven zelfs! Maar ze zijn verzegeld met Gods naam, en dat betekent dat ze Gods oordelen zullen overleven en uiteindelijk aan zullen komen in Zijn koninkrijk. Een bemoediging die de gelovigen in de verdrukking wel kunnen gebruiken. 

Voor een verdere uitwerking van de vraag naar de letterlijkheid van het zegel klik hier.

2 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Openbaringen is inderdaad een cryptisch boek geschreven door de apostel Johannes op het eiland Padmos en inderdaad stast het vol met dingen die met een geestelijk oog bekeken moeten worden .Het is de Openbaring van Jezus Christus! Die word omschreven als totale machthebber en degene die waardig is om de boekrol te openenen en de zeven zegels te verbreken .Wijn mensen kunnen proberen om er iets van te begrijpen maar hij is de enige on de hemel en op aarde die waardig werd geacht om de rol te openen .Hij is ook degene die omschreven word die de zegels verbreekt en waarna de rampen over de aarde komen die er in het biek bescheeven staan. Wat men nu ziet is dat mensen vaak kleine stukjes uit ipenabringen halen en de contekst waarin dingen geschreven staan veranderd worden .Door kleine stukjes tekst aan te halen er vinden momenteel zeer veel dwalleringen en wilde eindtijd theorieen plaats . En dit alles is het resultaat daarvan er staat duidelijk in het noem zelf dat als men er iets vanaf neemt of aan toevoegt de rampen zullen overkomen die in het boek beschreven staan .wat er gebeurd is dat men een regel of vers neemt en daar allerlei eindtijd theorieën op loslaat maar wij kunnen speculeren en verzinnen wat we willen de Here Jezus Christus is de enige die waard is de boekrol te openen (en te begrijpen) als machthebber in de hemel en op aarde alleen door geloof in het Bloed van het Lam en de daarvan reinigende werking ook de induviduele maar ook de mensheid over het algemeen kunnen we behouden worden en worden gevoegd in het lichaam van Christus en toegelaten tot de schare die niemand tellen kan beschreven in het boek openbaringen.

    BeantwoordenVerwijderen