Openbaring 6:1-8 - kijk goed, zo staat de wereld ervoor

Heel snel flitst de wereldgeschiedenis voorbij in Openbaring 6. We zien eerst vier paarden de wereld ingaan. Met die vier paarden wordt getekend hoe de stand van zaken in onze huidige wereld is (1-8). Daarna verplaatst het tafereel zich naar de hemel: daar bidden de gestorven heiligen om Gods wraak over deze wereld (9-11). En als derde zien we hoe God inderdaad wraak gaat nemen: deze huidige wereld komt ten einde en God gaat oordelen (12-16). Vandaag bespreken we alleen vers 1-8.

De vier paarden – de stand van zaken in de wereld


Het Lam mag de zegels van de boekrol verbreken (5:9). Direct als hij de eerste vier zegels verbreekt komen er vier paarden opdraven met ruiters op hun rug. Het tafereel voltrekt zich vier keer op dezelfde manier. Het Lam verbreekt een zegel, één van de vier hemelse wezens treedt aan en roept: “kom!”. Dan komen paard en ruiter naar voren en volgt er een beschrijving van hun uiterlijk. Alleen bij de laatste drie paarden volgt een beschrijving van wat ze doen.


Zo krijgen we de indruk dat het eerste paard een soort algemene leider in de oorlog is: een generaal of keizer. De kleur wit onderstreept zijn positie als leider. Dat hij een boog draagt onderstreept zijn macht in de oorlog. En zijn krans laat zien dat hij overwinnaar is. Dat is ook wat hij doet: uittrekken om te overwinnen. Vanaf het begin is duidelijk dat hij strijdt om te winnen. Daarbij wordt deze eerste ruiter geflankeerd door drie andere ruiters.

De ruiter op het rode paard krijgt een groot zwaard. Geen dolk, maar echt een zwaard dat gebruikt wordt in veldslagen. Deze ruiter staat voor de oorlog. Hij heeft macht om de vrede van de aarde weg te nemen. Het gevolg: mensen slachten elkaar af. In deze beschrijving is te zien dat de ruiter niet zozeer op een historisch persoon slaat, als wel op een bepaald idee of concept: namelijk het concept oorlog.

Oorlog ging en gaat altijd vergezeld met schaarste, honger. Het derde paard is dan ook zwart, de kleur van de honger. De ruiter heeft een weegschaal in de hand. Tarwe en gerst, normaal in overvloed aanwezig wordt nu nauwkeurig afgemeten en verdeeld. Een dagloon voor een eenpersoonsportie tarwe. 12x zo duur als normaal! En de prijs van gerst stijgt met eenzelfde factor! Alleen de prijs van wijn en olie blijven op een normaal peil. Deze meer luxe producten zijn relatief goedkoop. Dat betekent dat de rijken zich in deze noodsituatie de luxe nog niet hoeven te ontzeggen. Armoede voor de armen, weelde voor de rijken.

Op oorlog en honger volgt altijd de dood. Een vaalgroen (chloorkleurig) paard treedt naar voren. Hij heeft niet zoals de voorgaande paarden iets in zijn hand. Maar hij heeft wel het sinistere gezelschap van dood en dodenrijk. Er vallen veel doden in deze oorlog. Niet alleen door het zwaard en de honger, maar ook door besmettelijke ziekten en wilde dieren (vers 8), die in deze chaos hun kans grijpen om toe te slaan in de steden waarvan de muren zijn neergehaald.

Samen krijgen deze vier paarden de ruimte om op een kwart van de aarde dood en verderf te zaaien. Dat is heel erg veel, maar er zit dus wel een limiet aan. De kwade machten kunnen hun gang gaan tot op zekere hoogte. Ze moeten toestemming, ruimte, krijgen om hun werk te doen. Ze hebben niet het laatste woord. Het laatste woord is aan het Lam. Hij heeft de kwade machten van oorlog, honger en dood aan een touwtje.

De vier paarden typeren de laatste dagen dus als het toneel van oorlog, schaarste, dood en verderf (zie ook Matt. 24: 6,7).

De vier paarden – een woord voor vroeger

De eerste lezers konden deze teksten niet anders lezen dan tegen de achtergrond van het Romeinse rijk. Daarin leefden ze, daarin ademden ze, zo dachten ze. Wat willen deze teksten in hun situatie zeggen?

Het eerste paard staat voor het Romeinse rijk. Dominant en agressief. Niet te stuiten. De overwinningskrans al op voordat er gevochten is. Om aan iedereen duidelijk te maken: wij zijn niet te stuiten, met ons moet je niet willen vechten. Prachtig voor Rome, angstaanjagend voor haar vijanden. 
In de ogen van de Romeinen zelf brachten ze vrede op de wereld. De Pax Romana (Romeinse vrede) was sinds keizer Augustus een gevleugeld woord. Maar het was een vrede die steeds duur bevochten werd. Altijd weer was er strijd aan de grenzen. Maar vaak genoeg was er ook een heftige interne strijd. Te denken valt aan het beruchte vierkeizerjaar na de dood van Nero (68 na Christus), waarin een heftige burgeroorlog werd uitgevochten. Ondanks de claim van vrede is oorlog inherent aan het Romeinse rijk. Dat is de symboliek van het rode paard: het Romeinse rijk brengt geen vrede maar oorlog.

Het Romeinse rijk had een agressieve economische politiek. Vanuit het hele rijk werden graan en ander voedsel naar Rome versleept, zodat de mensen daar genoeg te eten hadden. Maar aan de grenzen van het rijk lag honger op de loer. De (rijkere) Romeinen hebben meer dan genoeg, ook aan luxeproducten. Maar de armen kwijnen weg. Dit wordt in het visioen verbeeld door het zwarte paard.
En zo valt het Romeinse rijk te typeren als een rijk des doods. Vandaar het vierde, vaalgroene, paard. Rome brengt geen vrede op aarde, maar dood en verderf. Het is zo erg dat de schepping zich tegen de mens gaat keren. Besmettelijke ziektes breken uit en wilde dieren grijpen hun kans.

Het Romeinse rijk was namelijk ook nog eens een ecologische ramp voor de wereld. Hout was voor Rome wat olie vandaag is voor de geïndustrialiseerde wereld. Hout werd verwerkt tot houtskool en diende daarmee als brandstof in de metaalindustrie. De omgeving van mijnen werd op die manier in een razend tempo ontbost, en lucht en water raakten vervuild. In de oorlog werden soms hele streken bewust onvruchtbaar gemaakt. Rome zelf was een smerige stad. Besmettelijke ziektes konden gemakkelijk om zich heen grijpen. 

Openbaring 6: een kritische tekening van het Romeinse rijk

Sinds keizer Augustus (29 voor Christus) presenteerde het Romeinse rijk zich als een vrederijk. Er was een gouden eeuw aangebroken. En de goden regeerden Rome via de godenzoon, de keizer. Vrede, welvaart, geluk, je hebt het allemaal aan het Romeinse rijk te danken, was de boodschap. Het is het beste rijk dat er ooit geweest is en het zal altijd blijven bestaan.

Openbaring 6 geeft een heel ander perspectief op het keizerrijk: het is helemaal geen vrederijk, het bestaat bij de gratie van het zwaard. Honger en ecologische rampen zijn het gevolg. Je kunt van alles zeggen van dit rijk, maar de fundamenten zijn zwak. En het is zeker niet het Vrederijk dat de God van Israël beloofd had! Zo biedt Openbaring 6:1-8 een ideologische kritiek op het Romeinse rijk. Het helpt de christenen van die dagen om de leugen van dat rijk te doorzien en anders te zijn!

Het nieuwe Jeruzalem als tegenhanger

Binnen Openbaring ontvangt het Romeinse rijk haar tegenhanger in het nieuwe Jeruzalem. Daar heerst echte vrede, de poorten hoeven overdags nooit gesloten te zijn uit angst voor vijanden (21:25). Honger is er niet: de eerste levensbehoeften zijn er gratis, helder water en vruchten (22:1-2). De bladeren van de levensbomen zijn ook nog eens geneeskrachtig (22:2). Daardoor is er geen plek meer voor de dood. In dit Rijk zullen God en het Lam regeren.

Niet Rome brengt vrede op aarde. Rome is een agressieve macht. Vrede op aarde komt er alleen door het Lam…

De vier paarden – een woord voor vandaag

Bovenstaande historische uitleg betekent niet dat we de tekst moeten opsluiten in het verleden. We zijn namelijk niet klaar als we weten dat de vier paarden op het Romeinse rijk slaan. De meerwaarde van de symboliek zit hem in de ontmaskering van het Romeinse rijk als een rijk behorend bij deze huidige wereld. En juist die symboliek geeft ons vandaag nog een krachtig middel in handen om onze eigen (westerse) wereld te doorzien. Als mensen hebben we namelijk neiging om kritiekloos mee te gaan met de ons omringende cultuur. Het is ook moeilijk om anders te denken dan de ons omringende wereld. Het is eenvoudiger om mee te gaan met de heersende ideologie van democratie en kapitalisme en dat te bejubelen als het paradijs.

Maar het is wel een paradijs dat nog altijd in stand gehouden wordt door oorlog. Weliswaar vooral aan de randen van onze wereld, Rusland en het Midden Oosten, maar onze zwaarden zijn nog lang niet omgesmeed tot ploegijzers. Het rode paard is nog springlevend.

Ook het zwarte paard is nog maar al te goed herkenbaar. Hoge graanprijzen waardoor veel mensen in acute voedselnood komen, maar velen in het westen zijn nog altijd in staat om voor relatief weinig geld luxe producten te kopen. Handelsbarrières, maar ook onze honger naar vlees zorgen er (mede) voor dat mensen in andere delen van de wereld te weinig te eten hebben.

En wat te denken van het vaalgroene paard? De schepping wordt op zo’n manier door ons uitgeperst dat ze zich steeds meer tegen ons gaat keren. Nieuwe besmettelijke ziekten, resistente bacteriën, uitbraken van dierziektes, allemaal mede het gevolg van onze omgang met de schepping. En wat te denken van klimaatverandering waardoor zowel het aantal als de intensiteit van natuurrampen toeneemt.

En ondertussen leven wij in de mythe van het vrije westen. Niemand moet zijn handen uitsteken naar onze manier van leven. Dan slaan we keihard terug. Dominant en arrogant zit daar de ruiter op het witte paard. Straaljagers en bommen in zijn hand. Met een houding die maar één ding uitstraalt: zit niet aan ons, want wij zullen winnen. De overwinning is aan onze kant! Het eerste paard is nog springlevend.
Als volgelingen van Jezus mogen we ons nooit zand in de ogen laten strooien door de huidige wereldrijken en bijbehorende ideologieën. Het koninkrijk van Jezus is niet afkomstig uit deze wereld en valt daarom nooit samen met welk aards koninkrijk dan ook (Joh. 19:36). Kritisch zijn op deze wereld, maar vooral ook anders leven dan deze wereld is de opdracht voor ons vandaag. Volgens Gods maatstaven van vrede, verzoening en gerechtigheid. Maar ook met het lef om met die maatstaven in de huidige wereld kritisch te spreken. Ook in de richting van de overheid. Openbaring 6 biedt ons gereedschap om onze eigen tijd te doorzien en zelf anders te zijn…

1 opmerking:

  1. zo gaan we langzaam maar zeker onze ondergang tegemoet, net als in sodom en gomorra

    BeantwoordenVerwijderen