Openbaring 9 - duistere legermachten

Een sprinkhanenplaag die geen sprinkhanenplaag is (vijfde ramshoorn), en een strijdmacht die geen menselijke strijdmacht is (zesde ramshoorn): Openbaring 9 is een geweldig moeilijk hoofdstuk. Niets is hier wat het lijkt. Wat wil dit dramatische visioen ons eigenlijk zeggen?

8:13 – een drievoudig wee

Na de eerste vier ramshoorns horen we de luide alarmkreet van een adelaar: wee, wee, wee. Daarmee krijgen de laatste drie ramshoorns een extra alarmerende kracht. De straffen worden zwaarder. Deze weeën treffen de ‘mensen die op de aarde leven’. Daarmee wordt bedoeld dat het gaat om de mensen die deze wereld als hun thuis zien (zie 3:10). Het treft dus alle mensen die niet in Christus geloven, ofwel, alle mensen die niet verzegeld zijn (zie 7:3 en 9:4). Net als bij de plagen in Egypte worden dus alleen Gods vijanden getroffen.

9:1-21 – de eerste twee weeën

De eerste twee weeën sluiten aan bij diepe angsten die leefden bij mensen in de toenmalige wereld. De angst voor hybride wezens en de angst voor een vernietigend leger uit het oosten.
Centauren, wezens die half paard en half mens zijn en allerlei andere dieren met menselijke trekken bevolken de antieke mythologieën. Hoewel de meeste mensen ook wel begrepen dat deze mythologische wezens niet echt bestaan, waren deze wezens wel een soort belichaming van diep menselijke angsten. Vandaag de dag is dat misschien nog niet eens zoveel anders als we zien in hoeveel films buitenaardse wezens met deels menselijke trekken een rol spelen. Ook daarvan weten we dat ze niet echt zijn, maar ze belichamen op een of andere manier wel oer-angsten. De eerste helft van Openbaring 9, met sprinkhanen die er afschrikwekkend uitzien als een mengeling van paard, mens, en leeuw, appelleert aan deze angsten. Afgrijselijke vechtmachines worden losgelaten.

het parthische rijk
Het Romeinse rijk was in de tijd van Johannes (90 na Christus) oppermachtig en stabiel. Er was van buitenaf geen gevaar te duchten, behalve… uit het oosten. Sinds 250 voor Christus was ten oosten van de Eufraat het koninkrijk van de Parthen ontstaan. Dat rijk breidde zich uit, helemaal van India tot de Eufraat. Ze waren vooral gevreesd vanwege hun snelle, gepantserde ruiterij. En in de eerste eeuw voor Christus werden er verschillende veldslagen uitgevochten tussen het Romeinse rijk en de Parthen. Dat ging steeds op dezelfde manier. De Parthen vielen Syrië binnen, en de Romeinen sloegen terug. Vanaf keizer Augustus was er een gewapende vrede, met Armenië als bufferstaat. Maar de dreiging bleef. En vooral in de oostelijke delen van het rijk speelde de angst voor de Parthen voortdurend op de achtergrond. Als de Parthen zouden komen dan zou de wereld zoals die was ingrijpend veranderen… Je zou het een beetje kunnen vergelijken met de angst die wij kennen voor Rusland. Een angst die in deze tijd ook weer toeneemt. Er is nog vrede, maar het is een gewapende, kille vrede. En we moeten er niet aan denken dat Poetin hier in Nederland aan de macht komt… De tweede helft van Openbaring 9 sluit aan bij dit soort angsten als er beschreven wordt dat er op een door God bepaald moment de grenzen door zullen breken en er een gigantisch aantal paarden en ruiters de Romeinse wereld zullen overspoelen…

Dit is noodzakelijke historische informatie om iets van dit hoofdstuk te kunnen begrijpen. Onderstaand schema biedt nog wat meer inzicht in het hoofdstuk.

Vijfde ramshoorn/eerste wee (1-11)
Zesde Ramshoorn/tweede wee (13-21)
Hybride wezens (sprinkhanen)
Parthen (ruiters)
Afkomstig uit: de afgrond
Afkomstig achter: de Eufraat (paradijsrivier!)
Losgelaten door: een gevallen ster
Losgelaten door: 4 engelen
Met als gevolg: ziekte
Met als gevolg: oorlog
Mensen willen dood maar kunnen niet
Een derde van de mensen gaat dood

Zo wordt duidelijk dat er een bepaalde voorgang in zit. Bij de vijfde ramshoorn blijft het beperkt tot ziekte, bij de zesde ramshoorn vallen er echt doden (terwijl bij de eerste vier ramshoorns alleen de natuur werd getroffen).

Link naar andere delen van Openbaring

In Openbaring 16 lezen we over de zeven laatste plagen. Plaag 5 en 6 uit die serie lijken heel erg op de vijfde en zesde ramshoorn. Bij de vijfde plaag lijden de mensen pijn (16:10) en bij de zesde plaag komen de koningen uit het oosten van achter de Eufraat om te strijden (16:12).
Dit is weer een aanwijzing dat we Openbaring niet moeten lezen alsof het zich allemaal in volgorde gaat afspelen. Dezelfde dingen komen vaker terug, maar steeds op een iets andere manier.

9:1-11 - de sprinkhanenplaag nader bekeken

Achtergrond in Exodus

Net als de eerste vier ramshoorns sluit ook deze vijfde ramshoorn aan bij een Egyptische plaag. De achtste plaag in Egypte was een enorme sprinkhanenplaag die al het groen vernietigde (Exodus 10:12-16). Zo spreekt Openbaring 9:1-11 ook over een enorme sprinkhanenplaag. Bepaalde elementen doen dan ook denken aan een gewone sprinkhanenplaag: in Exodus is het land letterlijk zwart van de sprinkhanen (Ex. 10:15). In Openbaring is de lucht letterlijk zwart van de enorme zwerm (9:2). En de sprinkhanen leven volgens Openbaring 9:5 precies 5 maanden, wat de levensduur is van een gewone sprinkhaan.
Maar verder vallen vooral de grote verschillen op. Zijn sprinkhanen normaal gezien vraatzuchtige wezens die alles kaalvreten, nu laten ze juist al het groen ongemoeid en richten ze zich op mensen (9:4). Met een schorpioenprik doen ze de mensen pijn.

Achtergrond in Joël 2:1-11

Het boek Joël is geschreven toen God het land Israël net had getroffen met een sprinkhanenplaag (Joël 1:4). Joël 2 schildert vervolgens die sprinkhanenplaag met een vorm van overdrijving: het zijn er vreselijk veel, ze lijken op paarden, ze maken het geluid van wagens, ze gedragen zich gedisciplineerd als soldaten en ze komen werkelijk overal binnen. Die overdrijving heeft als doel om de angst onder de mensen nog wat aan te wakkeren, want op de achtergrond van die sprinkhanenplaag staat God zelf die zijn volk straft (2:11).
Als je Openbaring 9 leest valt onmiddellijk op dat er een aantal kenmerken ontleend is aan Joël 2. Denk aan het uiterlijk als een paard, en het geluid dat ze maken dat lijkt op het geluid van wagens. Maar waar je in Joël nog moet denken aan een dichterlijke overdrijving waarmee de sprinkhanen beschreven worden is het in Openbaring duidelijk dat het helemaal geen echte sprinkhanen meer zijn.

In Openbaring 9 wordt een ander kwaad beschreven met behulp van beelden die aan een sprinkhanenplaag ontleend zijn.

Het leger uit de afgrond

Dat wordt het meest duidelijk in vers 1 en 11. Het sprinkhanenleger is afkomstig uit de afgrond, en aan het hoofd ervan staat de koning van de afgrond: Abbadon of Appolyon.
De afgrond speelt in Openbaring de rol van de plek waar de vijanden van God vastgehouden worden totdat ze de ruimte krijgen om wat te doen (11:7; 20:3). In het algemeen dacht men in de wereld van toen dat de onderwereld de plek was van allerlei vreselijke wezens. In Openbaring 20 wordt de onderwereld dan ook verbonden met Satan, Gods grote tegenstander.
Abbadon is een woord dat uit het Oude Testament komt. In Job 26:6 betekent het gewoon nog ‘afgrond’, maar in Job 28:22 wordt hij gepersonifieerd en lijkt hij op een soort afgrondsengel. De naam betekent ‘verderver’. In het Grieks is dat Appolyon. Op de mensen van toen is deze naam ongeveer overgekomen als bij ons ‘dood en verderf’: “Hun koning is de engel van de afgrond, zijn naam is dood en verderf.” Het is op zich al opvallend dat deze sprinkhanen een koning hebben, want gewone sprinkhanen staan er om bekend dat ze geen koning hebben (Spr. 30:27).


Vers 6 – de kern

A             1-2         een gevallen engel opent de afgrond
B             3-5         de sprinkhanen beschreven
C             6             Mensen zoeken de dood
B’            7-10       de sprinkhanen beschreven
A’           11           De engel van de afgrond

Zo zien we in deze opbouw dat vers 6 centraal staat. Mensen lijden lichamelijke pijn die zo heftig is dat ze dood willen. Maar de dood kunnen ze niet vinden. Uiterste wanhoop. Het leven wordt een kwelling.
In de Bijbel komt het een paar keer vaker voor dat de mensen afstand nemen van God en dat God hen dan zo straft dat ze tot diepe wanhoop geraken (bv. Deut. 28:67). De belangrijkste reden daarvoor is dat de mensen wel weten dat ze terug moeten naar God, maar dat gewoon niet willen (zie 9:20-21). Ze verkiezen de kwelling boven bekering.

9:13-21 - De legers uit het oosten   

Ook de legers uit het oosten krijgen trekken die niet meer aan een gewoon leger doen denken. De paarden worden als hybride wezens getekend, met leeuwenkoppen en slangenstaarten. En de strijdwapens zijn geen zwaarden maar vuur rook en zwavel. Het leger krijgt een demonisch uiterlijk en demonische wapens. Ze doden een derde van de mensen, net zoals bij de eerste vier ramshoorns ook steeds een derde deel getroffen werd.

Dit gedeelte eindigt ermee dat de mensen zich niet bekeren. Na al deze zes alarmsignalen met bijbehorende plagen, die steeds erger worden, die eerst vooral de natuur raken (1e 4 ramshoorns), daarna de mensen zelf, door ze pijn te doen (5e ramshoorn) en daarna ook letterlijk door de mensen te doden (6e ramshoorn), komen de overgebleven mensen nog steeds niet tot bekering.
In zijn boek: ‘het probleem van het lijden’ noemt C.S. Lewis het lijden Gods megafoon. God roept ermee uit de hemel om de mens te bewegen in hem te gaan geloven. Hier zien we dat dat doel niet gehaald wordt, mensen verharden zich en bekeren zich niet tot God. Hun leven in zonde gaat gewoon verder.


Hoe lezen we Openbaring 9?

Openbaring 9 wordt heel verschillend uitgelegd. Sommigen kiezen voor een uitleg die het visioen verletterlijkt. Een bekend voorbeeld hiervan is de Amerikaanse schrijver Hall Lindsey in de jaren ’70. Volgens hem zijn de sprinkhanen cobra-gevechtshelikopters. En met de legers uit het oosten worden volgens velen de Russen bedoeld. Een dergelijke uitleg gaat echter geheel voorbij aan de eigen tijd van Johannes en plaatst de woorden veel te snel naar onze tijd.

Anderen kiezen juist voor een vergeestelijkende uitleg. Het gaat bij de sprinkhanen om demonen die de mensen geestelijk pijn doen. Deze uitleg komt dichter in de buurt maar miskent in mijn ogen dat het hier wel om werkelijke fysieke pijn kan gaan en ook om een werkelijke oorlog die Johannes verwacht.

Een andere uitleg is de historische uitleg: Het is goed mogelijk dat Johannes op grond van vers 13-19 echt een soort van eindstrijd verwachtte waarbij het Romeinse rijk ten onder zal gaan en een nieuwe wereldorde gevestigd zou worden (ook Openbaring 16:12-15 wijst in die richting). En in de praktijk is het ook bijna zo gegaan. Uiteindelijk is het Romeinse Rijk in de derde eeuw ernstig verzwakt geraakt, juist ook door de dreiging vanuit het oosten. Toch kun je moeilijk zeggen dat het visioen daarmee letterlijk in vervulling gegaan is. En wat in elk geval duidelijk is is dat met het wegvallen van het Romeinse Rijk Gods koninkrijk nog niet gekomen is. Er blijft oorlog.

Ik heb in voorgaande bijbelstudies al meermalen verwoord dat één van de hoofddoelen van Openbaring is om ons een andere visie te geven op onze werkelijkheid. Zoals Openbaring 8 ons een andere visie op natuurrampen geeft, zo geeft Openbaring 9 ons een andere visie op pijn (lijden) en oorlog. Zowel pijn als oorlog worden in dit bijbelgedeelte gepeild tot op hun demonische achtergrond. Het zijn niet gewoon dingen die mensen doen of mensen overkomen, maar je kunt er kwade antigoddelijke machten achter vermoeden.


Tegelijk wordt duidelijk dat deze machten niet ongebreideld te werk kunnen gaan. Door een aantal signalen in de tekst wordt duidelijk dat God zelf de machten van de afgrond en de legers in zijn handen heeft. In 9:1 horen we dat de gevallen engel een sleutel krijgt om de afgrond te openen. De suggestie die daarvan uit gaat is dat de gevallen engel uit zichzelf geen macht heeft, maar die macht van God moet krijgen. In vers 14 en 15 zien we dat de 4 engelen het immense leger hebben tegengehouden totdat ze van God het signaal kregen dat ze hen moeten laten gaan. God bepaalt de tijd en het uur waarop het kwaad zich kan botvieren (vers 15). Ook zien we dat de sprinkhanen slechts 5 maanden de tijd krijgen, en ook niet mogen doden. De ruiters mogen wel doden maar ‘slechts’ een derde van de mensen. Het kwaad wordt nog altijd door God beperkt. 

1 opmerking:

  1. https://tora-yeshua.nl/2021/02/minister-defensie-gaat-usa-leger-reinigen-rechts-conservatieven/

    Dag Wim, ik kwam op je site, opzoek naar de tekstverwijzing van genoemde schorpioenen , die 5 mnd. lang steken.
    Dat was ivm een artikel wat ik schreef, dus ik dacht er goed aan te doen, jou een link te sturen van dat artikel, als kennismaking.
    Als je wil reageren, dan kan dat via "contact" op onze site of onder het artikel.
    Shalom
    Ben Kok (joods-chr. pastor)

    BeantwoordenVerwijderen