Gaat Openbaring terug op Godsopenbaring?

Op een andere plaats heb ik laten zien dat Openbaring veel kenmerken deelt met andere, deels buitenbijbelse, geschriften. Ik heb Openbaring daar geplaatst in het genre apocalyps, en gesteld dat Openbaring in samenhang met die andere geschriften moet worden uitgelegd. 

Dit gegeven stelt me wel voor een spannende vraag. Die andere, buitenbijbelse, geschriften, zoals 1 Henoch claimen namelijk, evenals Openbaring, nadrukkelijk rechtstreekse godsopenbaring te zijn. Een voorbeeld uit 1 Henoch:
En Henoch antwoordde en zei: er was een rechtvaardige man wiens ogen geopend werden door de Heer, en hij zag een heilig visioen in de hemel, dat de engelen mij toonden. En ik hoorde alles van hen, en ik begreep wat ik zag, maar niet voor dit geslacht, maar voor een ver geslacht dat zal komen. (1 Henoch 1:2)
Vervolgens vertelt het boek 1 Henoch het verhaal van Genesis 6 vanuit het perspectief van Henoch, die  voor de beschreven gebeurtenissen (Gen. 5:22) leefde. 

Er zijn hier een paar dingen aan de hand: 
  • 1 Henoch is een pseudepigrafisch boek. Het is waarschijnlijk ontstaan rond 200 voor Christus, maar op naam gezet van een belangrijk figuur uit de oudheid, een fenomeen dat veel meer apocalyptische boeken delen. 
  • 1 Henoch is in feite profetie achteraf. Het lijkt alsof Henoch de toekomst voorspelt, maar in feite wordt het verleden herverteld in de vorm van een profetie die Henoch in de mond wordt gelegd door een anonieme schrijver die millennia later leefde (vaticinia ex eventu). 
  • Het boek pretendeert terug te gaan op rechtstreekse godsopenbaring aan Henoch, maar dat is slechts een literaire stijl. 
De grote vraag is nu: als Openbaring op dezelfde manier uitgelegd moet worden als bv. 1 Henoch, wat betekent dit dan voor het openbaringskarakter van het boek? Komt Openbaring wel werkelijk bij God vandaan of is het slechts menselijk getuigenis waaraan later een goddelijke claim is gegeven?

De vraag aangescherpt
Openbaring claimt nadrukkelijk de Openbaring van Jezus Christus te zijn (1:1). Het boek zelf beweert dat Johannes opschrijft wat hij gezien (1:11) en gehoord (14:13) heeft, er wordt zelfs nadrukkelijk verboden om iets van de woorden af te doen of er aan toe te voegen (22:18)

De vraag wordt veelal op twee manieren beantwoord:
  1. Met name veel dispensationalistische bijbelwetenschappers stellen daarom dat Openbaring niet tot het genre apocalyps gerekend mag worden en niet in samenhang met die andere boeken uitgelegd mag worden. Die andere boeken zijn fake, Openbaring is werkelijk Openbaring van God. Johannes heeft alles precies zo opgeschreven als hij gezien en gehoord heeft. Dat die profetieën in apocalyptische vorm tot ons zijn gekomen, is slechts een zaak van vorm en niet van inhoud. De enige reden voor het gebruik van het apocalyptisch genre is dat de profetie in de vorm van goddelijke visioenen naar Johannes toe is gekomen. De manier waarop God zijn waarheid openbaart is dus van doorslaggevend belang voor de manier waarop de profeet het opschrijft. Openbaart God gewone data, dan maken de Bijbelschrijvers gebruik van de briefvorm. Het verschil in genre komt dus alleen door een verschil in openbaringsmiddel. Deze visie komt in feite neer op mechanische inspiratie
  2. Veel moderne bijbelwetenschappers stellen dat Openbaring evenmin als 1 Henoch als Godsopenbaring gezien kan worden. Evenals bij andere apocalyptische boeken heeft de schrijver waarschijnlijk in werkelijkheid geen visioenen gezien, maar heeft de schrijver zelf bedacht dat hij zijn boodschap het beste kon overbrengen in de vorm van een geschreven visioen. Openbaring is dus geen Openbaring van Jezus Christus, maar van Johannes.
Het dilemma is dus: Openbaring is historisch betrouwbaar, of fake.

Een middenweg?
De eerste visie klinkt voor mij, als bijbelgetrouw christen, aantrekkelijk. Maar ik heb er één groot probleem mee. Het gebruik van het genre apocalyptiek en de bijbehorende symboliek behoort in dit geval slechts tot de vorm van het boek, en niet tot de inhoud. De symboliek is dan door God gebruikt om zijn waarheid over de toekomst in versleutelde vorm door te geven. Ik vraag me dan af: waarom? Waarom kon dat niet in ronde begrijpelijke woorden, zoals Jezus dat zelf ook deed (Marc. 13)? Waarom zo'n omweg? En: waarom heeft God dan niet gewoon een boekje aan Johannes overhandigd waar alles al in stond?

De tweede visie lijkt wetenschappelijk gezien de beste papieren te hebben. Toch zijn ook daar vragen bij te stellen. In tegenstelling tot veel andere apocalypsen die pseudepigrafisch zijn, is Openbaring dat niet. Johannes doet zich niet voor als iemand uit een ver verleden, maar gewoon als zichzelf. Om dezelfde reden bevat Openbaring dan ook weinig vaticinia ex eventu. Johannes heeft het voor een deel werkelijk over dingen die nog gaan komen en hij heeft het nauwelijks over het verleden (1:19). En daardoor is het aannemelijk dat Openbaring wel degelijk terug gaat op werkelijke visionaire ervaring en in die zin rust op Godsopenbaring. 

Welke weg kunnen we gaan om enerzijds het gevaar van de mechanische inspiratie te omzeilen, en anderzijds te voorkomen dat we van Openbaring een boek maken dat op geen enkele wijze meer 'Openbaring van Jezus Christus' is? 

Visionaire ervaring en literaire neerslag
De vraag die we daarvoor moeten beantwoorden is of Openbaring zelf eigenlijk wel zo sterk veronderstelt dat visioen en literaire neerslag zich tot elkaar verhouden als één staat tot één. Daarvoor wil ik aandacht vragen voor een paar gegevens.  
  1. Openbaring 1:9-10 maakt duidelijk dat er tussen het zien van de visioenen en de schriftelijke neerslag  tijd verstreken is. Johannes spreekt in de verleden tijd over zijn ervaring op Patmos. Hij heeft dus tijd gehad om op de visioenen te reflecteren.
  2. Openbaring 1:11,19 zegt dat Johannes moet schrijven wat hij ziet. Dat ‘zien’ heeft ook betrekking op dat wat hij hoort (zie 14:13). Hij moet zijn visionaire ervaring opschrijven. Die visionaire ervaring bestaat echter wel voor een groot deel uit beelden. Het is duidelijk dat het opschrijven van beelden een bepaalde mate van interpretatie vergt. Door middel van woorden plaats je hetgeen je ziet in een bepaald interpretatiekader. Stel dat Johannes in zijn visioen een vliegtuig had gezien, zou hij dan in staat zijn geweest om het adequaat te beschrijven? 
  3. Er is dus een bepaald verstaanskader nodig waarin een visioen kan landen. Johannes heeft de visioenen opgeschreven in taal die voor een groot deel aan het Oude Testament ontleend is. Zijn interpretatie van het Oude Testament komt verder goeddeels overeen met de interpretatie die het Oude Testament in de apocalyptische traditie heeft gekregen. Hij heeft de visioenen dus geïnterpreteerd vanuit kennis die hij al had. Dezelfde visioenen die voor hem betekenis hadden, zouden voor iemand uit de 21e eeuw compleet onzinnig kunnen overkomen.
  4. Op sommige plaatsen in Openbaring krijgt Johannes uitleg over wat hij ziet (17:7). Woorden ondersteunen daar de beelden. Dat gebeurt echter lang niet overal. In Openbaring 13 wordt er niet van uitleg gerept. Maar hoe kan Johannes 42 maanden (13:5) zien? En hoe weet hij dat degenen die niet in het boek des levens geschreven zijn (13:8), het beest zullen aanbidden? De meest aannemelijke verklaring hiervoor is dat Johannes de visioenen die hij gezien heeft, geïnterpreteerd en aangevuld heeft met behulp van wat hij al had, het Oude Testament (resp. Dan. 12:7 en 12:1) en de apocalyptische traditie. Johannes heeft dus ook betekenis aan de visioenen verleend en er elementen aan toegevoegd die uit de hem bekende traditie komen.
  5. De manier waarop de visioenen in elkaar grijpen, het overeenkomende woordgebruik tussen de verschillende visioenen, de talloze allusies aan het Oude Testament en de geraffineerde literaire structuur van zowel het boek als de losse visioenen laten zien dat er over het opschrijven is nagedacht. Johannes is allesbehalve een typemachine geweest, maar met al zijn creativiteit in dienst genomen. 
Het gebruik van het apocalyptisch genre komt dus niet alleen door de manier van openbaring, maar ook door de creatieve verwerking door Johannes. Hij heeft wat hij heeft gezien in zijn eigen verstaanskader opgeschreven. Dat verstaanskader wordt o.a. gevormd door het Oude Testament en de apocalyptische traditie. Een vergelijking met (ook buitenbijbelse) andere apocalyptische boeken kan daarom wel degelijk vruchtbaar zijn om de boodschap van Openbaring te verstaan.

Conclusie
Op deze manier is vast te houden dat Openbaring enerzijds volledig openbaring van Jezus Christus is, en dat anderzijds Johannes met al zijn creativiteit in dienst genomen is. Johannes staat als mens in een bepaalde literaire traditie, en het is dus prima te verantwoorden om Openbaring in die traditie uit te leggen, zonder in strijd te komen met het openbaringskarakter van het boek. 

Op deze manier betreft het genre apocalyps niet alleen de vorm, maar ook de inhoud van het boek en is de symboliek niet louter een versleutelde vorm van de toekomst, maar is die symboliek gekozen vanwege de evocatieve kracht van de symbolen, niet met het doel om de toekomst te voorspellen, maar met het doel om de lezers te vermanen en te bemoedigen. 

11 opmerkingen:

  1. Gezien de claims die het boek maakt (wat erop neerkomt dat het een heilig, precies en foutloos boek is) moest Johannes wel foutloos de zaken opschrijven. Kon Johannes bij het schrijven van Openbaring wel zeker weten dat zijn interpretaties en de verbanden die hij legde voor de volle 100% klopten? In dit verband ben ik ook benieuwd naar je opvatting over de 'infallibility'/'inerrancy' van de Schrift.

    Overigens was dit weer een bijzonder boeiende blog om te lezen!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @Jaap,

    bedankt voor je reactie.
    Dat het boek claimt heilig te zijn, kan ik zien. Dat het boek Godsopenbaring is, onderschrijf ik, zoals je gezien hebt. Maar dat het precies en foutloos is (in de strik rationalistische zin van het woord) dat vind ik niet terug.

    Natuurlijk kan het zo zijn dat Johannes woord voor woord is geleid bij het opschrijven van alles. Maar Openbaring zelf zegt dat niet.

    Zelf geloof ik dat voor de hele bijbel geldt dat het zo op papier is gezet als de Geest het wilde. Maar de Geest heeft daarbij gebruik gemaakt van feilbare mensen en die met al hun gebreken in dienst genomen. Die 'knechtsgestalte' hoort dus bij de bijbel. In die zin heeft God blijkbaar niet gewild dat het een foutloos boek is. Inerrancy vind ik een categorie die niet bij de bijbel past. Ik houd het liever op betrouwbaar. Dat is minder intellectualistisch en past beter bij de betrouwbare God.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dat precies en foutloos leidde ik af van dat er nogal een straf staat op het toevoegen en weglaten van zaken in dit boek, aldus Openbaring 22:18-19. Misschien dat dit vooral betrekking heeft op de verschillende elementen die in het boek genoemd worden en niet zozeer op de precieze details, maar als ik Jezus' Schriftvisie bekijk waarin Hij de jota en de tittel zelfs als belangrijk ziet dan lijkt mij dit ook voor Openbaring op te gaan. Ik ben dus benieuwd naar hoe je dergelijke teksten opvat.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @Jaap,

    Ah, bedankt voor de aanscherping. Matt. 5:18 vind ik een lastige tekst, aangezien de gemeente niet meer alle geboden hoeft te houden (Hand. 15).

    Ik denk dat Opb. 22:18-19 te maken heeft met het willekeurig schrappen van dingen waar je niks mee kunt. Ik lees dat in ieder geval niet op woordniveau, want dan zouden we tekstkritisch met Openbaring al wel een heel groot probleem hebben. Het is nl een van de slechtst overgeleverde boeken van het NT. ;)

    BeantwoordenVerwijderen
  5. In de verzen na Mat. 5:18 komt ook naar voren dat Jezus zelf bepaalde geboden vanuit een wat groter kader interpreteert en zelfs verschillende geboden lijkt om te keren. Ik denk dat een overdreven letterlijk opvatten van dergelijke teksten inderdaad niet altijd juist is (ook als je kijkt naar de overleveringsgeschiedenis), maar het wordt nog niet erg concreet hoe er naar de Schrift gekeken moet worden afgezien van dat een perfecte God feilbare mensen heeft gebruikt bij het op schrift stellen van de bijbel. De term 'knechtsgestalte' is overigens wel behulpzaam hierbij. Bedankt in elk geval voor je reacties!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @Jaap,

    Concreet houdt dat in dat ik geen moeite heb met feitelijke onjuistheden in de bijbel. Daar staat of valt het gezag niet mee.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Dat snap ik, maar voor mij blijft de vraag naar hoe de bijbel naar zichzelf kijkt. Op welke manier is het het gezaghebbende Woord van God? Je geeft wel aan dat het gezag van de bijbel niet staat of valt door een paar onjuistheden, maar tegelijkertijd lijkt het me wel lastig om te ontkennen dat het niet in enige mate afdoet van het gezag van de bijbel ten opzichte van een Schriftvisie waarbij men fouten ontkent (los van of dit een juiste visie zou zijn). Als de bijbel niet foutloos is dan valt volgens mij het principe van sola scriptura en dan kom je met de vraag te zitten wat uiteindelijk dan wel het bepalende gezag is. Waarschijnlijk kom je dan uit bij dat dit gezag alleen bij God ligt en dat verder alle andere gezaghebbende dingen (waaronder de Schrift) altijd - al zij het wat betreft de bijbel in heel kleine mate - feilbaar zullen zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. @Jaap,

    Ik weet niet of je het verschil met de zgn. fundi's kunt aanduiden als minder of meer gezag. het is wel een ander gezag. de bijbel gaat niet over biologie, en ook niet in strikte zin over historie (als wetenschap dan), maar over heilshistorie.

    Trimp omschreef ooit de onfeilbaarheid van de bijbel als functie van de bijbel, in plaats van als eigenschap. Dat heeft mij wel geholpen.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. De vraag is ook niet of de biologie in de bijbel wel helemaal klopt volgens de moderne wetenschap, maar meer of er ook kleine foutjes met betrekking tot de heilshistorie erin zijn geslopen. Een aanhaling in Mat. 27 van Jeremia terwijl Zacharia bedoeld wordt geeft aan dat Matteus niet onfeilbaar was in het schrijven van zijn evangelie. De vraag hierbij is dan dus hoe je wel naar de Schrift moet kijken.

    Met dat de bijbel als functie en niet als eigenschap onfeilbaarheid heeft wordt bedoeld dat de bijbel onfeilbare waarheden geeft, maar dit niet zozeer op een onfeilbare manier is neergeschreven?

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Met functie wordt bedoeld: het doel. De bijbel is onfeilbaar in het tot geloof brengen van mensen en de beloften + bedreigingen van God zijn betrouwbaar en reeel.
    Maw we kunnen via de bijbel God op een betrouwbare manier leren kennen.

    BeantwoordenVerwijderen