Opbouw van Openbaring

Openbaring is opgebouwd in zeven delen met een proloog en epiloog. 
1. De zeven brieven vormen zeven verschillende ingangen tot het boek. Die zeven brieven vormen het eerste hoofddeel van het boek.

2. De volgende drie hoofddelen van Openbaring zijn hoofdstuk 4-16, 17-21,8 en 21,9-22,9. In Openbaring komt vier maal een combinatie van ‘in de geest zijn’ met een verplaatsing van de hoofdpersoon voor (1,9-11; 4,1-2; 17,1-3; 21,9-10). Vandaar dat de vier hoofddelen in 1,9; 4,1; 17,1; en 21,9 beginnen. Deze indeling in vier hoofddelen is het eerste indelingsprincipe waarvan we met vrij grote zekerheid kunnen zeggen dat het door de auteur bedoeld is.

3. Het tweede element, waarvan we kunnen zeggen dat het door de auteur bedoeld is om structuur aan te brengen, zijn de zeventallen. We komen zeven brieven (2-3), zeven zegels (4,1-8,1), zeven bazuinen (8,2-11,19) en zeven schalen (15-16) tegen. Tussen de zeven bazuinen en zeven schalen vinden we een serie ongenummerde visioenen (12-14). 

4. Hoofdstuk 17:1-21:8 vormt een eenheid. In de hoofdstukken 12-14 verschijnen in volgorde de volgende vijanden van Christus en de kerk op het toneel: 12 – satan, 13 – het beest en zijn profeet, 14 – Babylon. Hoofdstuk 17 is vervolgens een nadere uitwerking van Babylon, dat in 14,8 slechts terloops geïntroduceerd werd. Vervolgens verdwijnen Babylon (18), het beest en zijn profeet (19,11-21) en satan (20,1-10) in omgekeerde volgorde van het toneel. In het structuurschema is het chiasme tussen 12-14 en 17-20,10 inzichtelijk gemaakt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten